Een recent rapport van de Inspectie Financiën is kritisch over het bestaan van de loopbaancentra en schildert hen af als een ‘doorgeefluik’ aan onderaannemers. De studie, die uitsluitend de financiële balans van de sector onder de loep neemt, gaat daarmee compleet voorbij aan het werk dat ondernemingen verrichten om een kwalitatieve loopbaanbegeleiding te garanderen en een meerwaarde in onze samenleving te betekenen.

Op vraag van Vlaams minister van Werk Zuhal Demir voerde de Inspectie Financiën een financiële doorlichting van het loopbaanchequestelsel uit. Het uiteindelijke rapport beperkt zich tot een financiële analyse van de loopbaancentra, zonder verder in te gaan op de interne werking, noch de meerwaarde die de loopbaancentra realiseren voor zowel loopbaanbegeleiders als de samenleving.

Deze eenzijdige analyse wekt de indruk dat centra fungeren als een ‘doorgeefluik’ waar ‘geld blijft plakken,’ zonder een grondige analyse van wat loopbaancentra realiseren. Een onderneming wordt opgericht om een activiteit efficiënt te organiseren. Zo zorgen loopbaancentra voor omkadering, efficiëntie, kwaliteitscontrole, opleiding, onderzoek en innovatie, opleiding en opvolging van coaches, marketing, tot het ontwikkelen van methodologieën. Deze taken behoren tot de kern van ondernemerschap. De notie dat loopbaancentra dan ook niet meer zijn dan doorgeefcentra is ver van de realiteit verwijderd.

Daarnaast werkt de Inspectie Financiën met een indicatieve tijdsverdeling voor de loopbaanbegeleider: zo wordt deze vergoed voor 7 uur aan directe begeleiding, maar realiseert hij daarnaast 4,5 uren tot 6,5 uren aan voorbereiding, administratie, nazorg, rapportage, overleg en bijscholing, die mee in de prijs van de loopbaancheque verwerkt zit. Het rapport gaat daarbij voorbij aan het feit dat loopbaancentra een groot deel van deze taken op zich nemen, waardoor zij ook een deel van deze werkingsmiddelen nodig hebben.

Loopbaancentra investeren in kwaliteit

Sinds 2024 legt de Vlaamse Regering extra kwaliteitseisen op aan de loopbaancentra. De sector heeft de voorbije jaren dan ook enorm geïnvesteerd om te voldoen aan deze nieuwe eisen. Het rapport van IF brengt de kostprijs van deze professionalisering echter nergens in kaart. De kwaliteitscontrole waar de sector aan moet voldoen en de investeringen die zij daarvoor maakt, worden nergens in de oefening berekend.

Grondige hervorming met gedegen kennis van de sector

Federgon hoopt dat de minister de sector nauw betrekt bij de hervorming, om een grondig en toekomstgericht kader uit te werken dat met een gedegen kennis van de sector is opgebouwd. De loopbaancheque is nog steeds het enige preventieve middel dat Vlaanderen inzet om uitval uit de arbeidsmarkt te vermijden, en de totale kostprijs van uitval ligt nog steeds onnoemelijk veel hoger. Een hervorming van het systeem van de loopbaancheque verdient een open, eerlijke en inhoudelijke discussie.

“Een onderneming wordt opgericht om een activiteit, in dit geval loopbaanbegeleiding, op een efficiënte manier te organiseren,” zegt Paul Verschueren, Directeur Vlaanderen bij Federgon. “Dit rapport miskent de essentie van dit ondernemerschap. Omkadering, efficiëntie, kwaliteitscontrole, onderzoek, marketing, de ontwikkeling van methodologie, … dat is de kern van ondernemerschap. Dit rapport doet alsof dat er allemaal niet toe doet, terwijl loopbaancentra net enorm moeten investeren om te voldoen aan de kwaliteitseisen die de Vlaamse Regering oplegt.”