In een snel veranderende wereld, waar technologische ontwikkelingen en duurzaamheid centraal staan, is het noodzakelijk dat we de manier waarop we kijken naar levenslang leren en ontwikkelen verbreden. Om alle actoren in het brede opleidings- en onderwijsveld samen te brengen, lanceerde Federgon de paper “Een toekomst voor Leren. Leren voor de toekomst.”
Met de lancering van de paper ‘Een toekomst voor Leren. Leren voor de toekomst’ roept Federgon op om met alle betrokken partners in het brede onderwijs- en opleidingsveld samen aan tafel te zitten. Met een holistische blik op onderwijs en opleiding, die iedereen bij elkaar brengt en de diverse initiatieven op elkaar laat aansluiten in de schoot van de regionale regeringen, kunnen we de toekomst op de juiste manier tegemoet treden. Met deze paper wil Federgon de brede discussie opstarten.
Onze maatschappij evolueert razendsnel en dat laat zich ook voelen op onze arbeidsmarkt. De vaardigheden die nodig zijn om inzetbaar te blijven evolueren pijlsnel. De klimaatverandering, maar ook de vergrijzing, de digitalisering én de vergroening van onze economie, gecombineerd met een tanende Belgische productiviteitsgroei: het is een cocktail aan evoluties die ons met de neus op de feiten drukt. Zo kan AI tegen 2030 ongeveer 30% van al het werk dat we vandaag uitvoeren overnemen. “Levenslang Leren is geen optionele investering meer, maar een noodzaak om burgers en werknemers te wapenen op de evoluties van onze arbeidsmarkt,” waarschuwt Paul Verschueren. “Om de noodzakelijke capaciteit aan leeroplossingen in België te ontsluiten zijn drie belangrijke transities nodig: een vernieuwend referentiekader, een stimulerend financieel kader, en een helder institutioneel kader.”
Een toekomst voor leren. Leren voor de toekomst
Om dat debat op te starten, lanceert Federgon de paper “Een Toekomst voor leren”. Daarin worden de verschillende maatschappelijke evoluties onder de loep genomen die de noodzaak voor leren fel opdrijven. De timing kon trouwens haast niet beter: het Steunpunt Werk lanceerde samen met het Departement Werk en Sociale Economie zonet voor de derde keer een rapport met een uitgebreide monitoring van de opleidingsdeelname en -inspanningen in Vlaanderen. Dat rapport toont hoe er nog vele ongelijkheden dienen aangepakt te worden op verschillende niveaus van het overleg.
Concreet ziet Federgon drie grote werven voor een succesvol opleidingsoffensief dat werkt als een deeltjesversneller: een modern referentiekader voor leren, een geoptimaliseerd financieel kader en een duidelijk institutioneel kader. “We kunnen vandaag meer doen met de middelen die we al hebben”, zegt Paul Verschueren. “Ik twijfel er niet aan dat de urgentie voor een breed opleidingsfront nog nooit zo groot is geweest.”
Drie transities om het status quo te doorbreken
1. een modern referentiekader
Een nieuw leerkader dat de diversiteit van leervormen en de gedeelde verantwoordelijkheid van stakeholders zoals werknemers, werkgevers en overheden omarmt. Een bredere definitie van leren die zich zo ook toekomstbestendig toont en evoluties in het veld kan capteren.
2. een geoptimaliseerd financieel kader
Een optimaal gebruik van de middelen voor leren dat zich richt op de kwaliteit, vraaggerichtheid en relevantie van het leeraanbod. Een duidelijk kader dat de kracht van vraaggestuurde en aanbodgestuurde financiering combineert en inzet op flexibiliteit en innovatie in het leeraanbod.
3. een duidelijk institutioneel kader
Een stimulerend institutioneel kader dat een leven lang leren faciliteert en aanmoedigt, vertrekkend vanuit een breed loopbaanperspectief, waarbij het zwaartepunt bij de regionale regeringen ligt. Dat schept duidelijkheid in eenieders rol en zet elke speler in op zijn krachten.
Enkel door werk te maken van deze drie transities kan de dringende en dwingende noodzaak van een transformatie van onze samenleving en economie ondersteund worden met een leeroffensief dat qua impact en snelheid beantwoordt aan de noden. “We pleiten voor een shift van een recht op opleiding naar een cultuur van levenslang leren waar iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt”, concludeert Paul Verschueren. “En daarvoor willen we met iedereen samen aan tafel zitten.”