Halverwege juni 2019 werd één van de langste onderhandelingen in de geschiedenis van Federgon eindelijk afgerond. Het was uiteraard een happy ending, eentje waarover de acht betrokken partijen tevreden waren.

Het duurde immers bijna twintig jaar om te komen tot dit akkoord, dat luistert naar de naam "Piloot-kaderakkoord betreffende de bijdragen van de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkende uitzendbureaus aan het gewestelijk tewerkstellingsbeleid."

Het is een perfecte weergave van de evolutie van de aanvaarding van uitzendarbeid in het Brussels economisch, sociaal en politiek landschap. Van een wetgeving die, rond de eeuwwisseling, tot doel had de sector te beknotten en hem te taxeren in functie van het aantal agentschappen, is men overgegaan naar een publiek-privaat partnerschapsakkoord.

De geest is vandaag radicaal anders, en het landschap van de uitzendarbeid ook.

Het akkoord lijkt op de sectorakkoorden die tijdens de vorige legislatuur met diverse sectoren zijn uitgewerkt en die essentieel zijn voor de regionale ontwikkeling. Toch kan het er niet mee worden gelijkgesteld. Het is immers de ordonnantie betreffende het gemengde beheer van de arbeidsmarkt van 14 juli 2011 en het besluit ervan die de contouren van het akkoord betreffende uitzendarbeid strikt definiëren. Een tweede akkoord volgt voor de andere beroepen van arbeidsbemiddeling, die ook worden gereglementeerd door deze ordonnantie.

Het akkoord, met een looptijd van 4 jaar, voorziet een collectieve samenwerking, d.w.z. namens Federgon voor al haar leden, met 12 prioritaire werven. Het definieert uiteraard de voorwaarden voor de begeleiding, de follow-up en de evaluatie ervan, evenals de voorwaarden voor de doorgifte van informatie en van statistieken overeenkomstig de voorschriften van conventie nr. 181 van de IAO.

De 12 werven, naar het gelijknamige aantal werken van Hercules, zijn de volgende:

1. relaties tussen de vertegenwoordigers van de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkende uitzendbureaus en Actiris tot stand brengen en beter op elkaar afstemmen door de instelling van een strategisch comité, om sneller informatie- en samenwerkingselementen te delen die nuttig zijn om de markt te begrijpen en die niet doorheen een overlegplatform moeten worden geformaliseerd;
2. gebruik maken van de technologische middelen die nuttig zijn voor een betere uitwisseling van de informatie waarover de uitzendbureaus en Actiris beschikken om de arbeidsmarkt beter te beheren;
3. de overdracht van relevante jobaanbiedingen op de Actiris-jobsite vereenvoudigen en versnellen door een transfer via de HR-XML-standaard;
4. de toegang tot de jobaanbiedingen van Actiris bevorderen om de tewerkstelling te maximaliseren;
5. ervoor zorgen dat werkzoekenden over de mogelijkheden en beperkingen van uitzendarbeid geïnformeerd worden;
6. de kennis van de arbeidsadviseurs en van de partners van Actiris over de beperkingen en mogelijkheden van uitzendarbeid vergroten;
7. een uitwisselingsbeleid tussen publieke en private actoren ontwikkelen;
8. de samenwerking in het kader van grootschalige aanwervingen maximaliseren;
9. specifieke projecten ten behoeve van de doelgroepen ontwikkelen;
10. de instrumenten van de uitzendbureaus versterken om ze te helpen hun beleid ter bestrijding van discriminatie en ter bevordering van diversiteit voort te zetten;
11. Federgon en het Vormingsfonds voor Uitzendkrachten (VFU) in het interregionaal mobiliteitsbeleid integreren;
12. de samenwerking tussen het VFU, Bruxelles Formation en de VDAB Brussel versterken.

Het akkoord gaat gepaard met een actieplan dat de werken afbakent die in de loop van de eerste termijn van het akkoord moeten zijn gerealiseerd.

Federgon verheugt zich erop deze werven te kunnen aanvatten met haar leden en haar partners. Er is een lange weg afgelegd, waarin elke partij meer inzicht kreeg in de hoop en de angsten van de andere partijen. Na afloop van dit eerste gedeelte van het proces sta ik erop Federgon en haar leden te danken voor hun vertrouwen, en vooral de twee "sherpa’s", Nathalie Descheemaeker, directeur van het departement Partnership en Werkgelegenheidsprogramma’s van Actiris, en Eric Buyssens, directeur van de Studiedienst van de ABVV Brussel, met wie ik deze route al die jaren heb uitgewerkt. Vergeten we ook niet het vertrouwen van de Brusselse regering, die werd vertegenwoordigd door haar minister-president en haar minister van Werk.

Wij moeten samen onze schouders zetten onder het welslagen van dit project, dat iedereen ten goede komt.

Alle ogen zijn gericht op de legislatuur die nu begint!