Onze arbeidsmarkt gaat vandaag door een enorme krapte. Het aantal openstaande vacatures blijft hoog en zal dat waarschijnlijk blijven. Tegelijkertijd naderen we in Vlaanderen de volledige tewerkstelling: de poule aan werkzoekenden raakt op. Daar komt ook nog eens bij dat onze arbeidsmarkt de komende decennia een heuse vergrijzingsgolf zal voelen. 800.000 werknemers uit onze arbeidsmarkt zullen in de komende decennia op pensioen gaan en niet vervangen worden door nieuw talent.
Dat betekent dat ondernemingen alles uit de kast zullen moeten halen om de juiste personeelsleden aan boord te halen, maar veel belangrijker nog: de focus van een ijzersterk personeelsbeleid zal ook het behouden van personeelsleden veel meer centraal moeten plaatsen. Ondernemers zullen het zich niet meer kunnen veroorloven om een personeelsbeleid te voeren dat zich enkel richt op het aanwerven van het juiste talent. Aantrekkelijk genoeg blijven om talent te behouden, zal centraal moeten staan. Dat ‘retentiebeleid’ moet een fundamenteel onderdeel van het personeelsbeleid worden.
Een flexibel en een duurzaam mobiliteitsbeleid is een onmisbaar onderdeel van dat retentiebeleid. De krapte op de arbeidsmarkt, de coronacrisis, de energiecrisis en de klimaatcrisis hebben belangrijke maatschappelijke veranderingen teweeggebracht: werknemers staan vandaag veel meer stil bij het gebruik van duurzame mobiliteitsmiddelen. Ze willen klimaatvriendelijke alternatieven kunnen gebruiken om zich op een ecologisch verantwoorde manier te verplaatsen. De elektrische bedrijfswagen is daarbij één ding, maar ook het gebruik van het openbaar vervoer, de elektrische fiets, tot deelsteps kunnen voor personeelsleden net datgene zijn waarnaar ze op zoek zijn. Ze willen doelbewust kiezen voor de vorm van mobiliteit die het beste bij hen past.
De tijdsinvestering van noodzakelijke verplaatsingen wordt daarbij ook steeds meer in vraag gesteld. Nieuwe vormen van thuiswerken, die collectief ontdekt werden tijdens de lockdown, bieden nieuwe mogelijkheden aan werknemers om hun werk-privé balans beter te organiseren – geen enkele werknemer heeft in die periode met nostalgie naar de ochtendspits teruggeblikt. Dat heeft op zijn beurt ook een impact op de vervoersmiddelen die zij wensen in te zetten. Een bedrijfswagen is mogelijk geen optimale inzet van loon meer, voor wie niet meer elke dag op kantoor werkt. Die werknemer verkiest misschien om een vergoeding voor het thuiswerk te innen en de rest van zijn budget netto te ontvangen. Sommige werknemers zijn vragende partij om nooit meer in de file te moeten staan en willen gezonder leven door met een elektrische fiets naar het werk te komen. Zo worden ze deel van de 40.000 werknemers die vandaag al liever met de fiets naar het werk pendelen dan met de wagen. Daartegenover staan dan weer werknemers die weinig mobiliteitsalternatieven kunnen benutten in de directe omgeving van hun woonplaats, en dan liever wel een wagen ter beschikking hebben.
Elke werknemer heeft een unieke mobiliteitsnood, een unieke samenstelling van duurzaamheidsoverwegingen, efficiëntie-overwegingen, privé-overwegingen en meer. Een mobiliteitspakket op maat, voor elke werknemer: het zal onmisbaar zijn om goed personeel aan te trekken én bij te houden. Zo’n flexibel mobiliteitsbudget laat werknemers ook toe om op hun manier om te gaan met de fiscale voordelen die aangeboden worden voor verschillende vormen van mobiliteit, zonder daarbij in te boeten aan brutoloon.
Wie een stap voor wil blijven in de arbeidsmarkt van de toekomst, zal zijn werknemers moeten verzorgen in het voorzien van flexibele mobiliteitsopties. Een one size fits all-beleid zal niet bestand zijn tegen de arbeidsmarkt van de volgende decennia. Bedrijven die niet mee evolueren zullen hun werknemers snel naar ondernemingen zien vertrekken die er wel in slagen hun mobiliteitswensen ter harte te nemen.