De Waalse regering moderniseert het stelsel van het Plan Formation Insertion, dat wordt omgedoopt tot het Contrat Formation Insertion (CFI).
Deze tool, die zijn sporen reeds heeft verdiend in Wallonië en ver daarbuiten, verdient het te worden aangepast aan de werkelijkheid van vandaag. Deze facelift was onontbeerlijk.
De hervorming heeft vereenvoudiging en responsabilisering aangebracht maar heeft het CFI ook gestoeld op het principe van vertrouwen. Drie fundamentele principes in het digitale tijdperk. Ook de opleidingsmogelijkheden zijn uitgebreid, waardoor de tussenkomst van Forem, competentiecentra of private spelers mogelijk is om de opleiding binnen de onderneming aan te vullen.
Toch is Federgon altijd van mening geweest dat het PFI een zwakte vertoonde. Door de opleiding louter te verrijken met één enkele beroepservaring, die dan nog verplicht werd verkregen bij het bedrijf waar de opleiding werd gevolgd, kreeg de stagiair niet meer dan een cv aangeboden dat bestond uit slechts één beroepservaring. Dat is maar pover om de aandacht van een werkgever te trekken. Wij benadrukten al lang het nut van veel verschillende werkervaringen, op basis van de genoten opleiding, om het cv te verrijken.
Met andere woorden: om een goede opleiding te staven zijn drie beroepservaringen bij drie ondernemingen meer waard dan slechts één. Ook al moet de doelstelling van de OOD blijven bestaan.
Minister Jeholet stelt, in het ontwerpbesluit betreffende deze maatregel, voor de uitzendondernemingen toe te laten CFI’s te sluiten.
Gezien de grote weerstand die werd ondervonden voorziet het huidige ontwerp dat deze contracten door Forem zouden worden beschouwd als integratietrajecten. Uitzendarbeid zou slechts in aanmerking komen voor twee categorieën van doelgroepen: mensen jonger dan 25 jaar en mensen ouder dan 50 jaar die in beide gevallen minstens een jaar werkloos zijn.
Deze beperkingen doen weliswaar vragen rijzen over de kwestie van de gelijke behandeling tussen werkgevers, maar het gaat om een logische opening waarover Federgon verheugd is. Vlaanderen beschikt al jaren over een vergelijkbare maatregel met de IBO en beschikt ook over een experimenteerveld, IBO-interim.
Toegangsvoorwaarden creëren die zodanig beperkend zijn dat de verwezenlijking van de doelstelling onmogelijk wordt is een klassieke onderhandelingsstrategie. Federgon kan deze hypothese jammer genoeg niet van tafel vegen. Zonder vooruit te lopen op het advies van de Raad van State over dit arrest betreurt Federgon de veel te traditionalistische houding van heel wat partijen in dit debat. Wallonië blijft nog, vaak onder het mom van filosofische motieven, te terughoudend en weigerachtig als het gaat om het inzetten van alle middelen die nuttig zijn om zo veel mogelijk Walen toe te leiden naar werk. De recepten uit het verleden zijn uitgewerkt. Er moeten nieuwe deuren worden geopend, nieuwe synergieën worden gecreëerd. Zonder taboes. Met respect voor het recht.
